
Afgelopen maandag postte ik in de fbgroep dit citaat:
‘Als je iets zou moeten leren, dan alleen maar dat je je niet hoeft te schamen. Wees niet beschaamd omdat je een mens met gevoelens bent. Wat je ook voelt, voel het intens en diep. Voel het nog een beetje intenser, voel het nog een beetje dieper. Voel het voor jezelf. Voel het voor de anderen. En dan: laat het los.’ Milena Michiko Flasar, Een bijna volmaakte vriendschap.
Verschillende mensen reageerden erop en dat zette mij dan weer aan het denken.
Uiteindelijk wil ik zelf ook toepassen wat op mijn website staat: Vertraging, Verdieping, Reflectie. Hier ga ik!
Volgens mij staat er een paradox in het citaat. Enerzijds zegt het dat je je niet hoeft te schamen omdat je een mens met gevoelens bent, anderzijds spoort het de lezer aan om wat hij ook voelt, het intens en diep te voelen en het daarna los te laten. In ‘wat je ook voelt’ kan ook het gevoel van schaamte zitten. Denk ik toch.
Of we nu zo geconditioneerd zijn om ons te schamen of dat we het onszelf aandoen, schaamte is een lastig gevoel. En ja, we kunnen het onze opvoeders verwijten dat ze ons de schaamte hebben aangeleerd, doch we zijn nu allemaal volwassen en op een bepaald moment in je leven heb je voor jezelf de keuze: wat doe ik met schaamte? Blijf ik onderhouden wat me is aangeleerd of kies ik ervoor gewoon te zijn wie ik ben?
Eerlijk? Ik ken weinig schaamte als in: ‘ik schaam me tegenover anderen’. Ik ben wel een verlegen persoon. Verlegenheid is iets compleet anders.
Schaamte omdat ik iets niet kan of durf, ken ik niet. Ofwel wil ik het leren kunnen ofwel is het te hoog gegrepen voor me. Dan leg ik de lat iets lager en dan lukt het me wel. Ik vind niet dat ik alles moet kunnen. Dingen die ik niet kan zijn bijvoorbeeld: ‘s avonds naar vrienden gaan of, langer dan een half uur wandelen. Ik voel me zelfs niet geroepen om me hiervoor te verantwoorden. Ik vind die dingen heel jammer maar ik schaam me er niet voor. Ik heb ze geaccepteerd en ik respecteer op dit vlak mijn grenzen. Voor de dingen waarvan ik vind dat ik ze wel moet kunnen heb ik een zekere koppigheid: niet gaan bestaat niet.
Ik ken schaamte wel als in: ‘ik schaam me tegenover mezelf’. Dit gaat hoofdzakelijk over wat zich in mijn binnenste afspeelt. Intieme dingen die ik niet kan delen omdat ik me veel te kwetsbaar zou opstellen. Die schaamte heeft te maken met een fundamentele angst die geen mens van mij kent. Ze confronteert me met de wetenschap dat ik in mijn leven nooit in staat zal zijn om bepaalde dingen, die voor anderen een peulenschil lijken, te kunnen. Daar bots ik soms tegenaan omdat ik die dingen blijkbaar (nog) niet geaccepteerd heb.
Wat me doet beseffen: schaamte heeft te maken met de mate van acceptatie. Heb ik iets volledig geaccepteerd dan voel ik geen schaamte, kan ik het voor mezelf nog niet plaatsen dan kan ik wel schaamte voelen.
De laatste zin van het citaat is op die manier helpend:
‘En dan: laat het los’.
Want sommige ‘schaamtes’ zijn niet op te lossen. Ze groeien met je mee en je kunt ze beter tot bondgenoot maken dan tot vijand om ze uiteindelijk, als het lukt, los te laten.
Warme groet,
Chantal