Tijdloze elegantie

Op 30 november 2020 bekijk ik het journaal met Martine Tanghe. Deze grande dame van het journaal beëindigt haar laatste werkdag met allure. Haar mond vertelt ons vakkundig over het nieuws van de afgelopen dag. Haar ogen vertellen een ander verhaal. Ik meen er allerlei emoties in te herkennen: een beetje verdriet met daarin al de geboorte van heimwee, heel veel warmte alsof ze de kijkers een wat reserve wil meegeven voor de komende tijd zonder haar, deugd en verwondering over zoveel loftuitingen die langzaam maar zeker het journaal binnen sijpelen. Ze eindigt haar laatste journaal met het mooie verhaal over de eenzame olifant die nu met soortgenoten kan genieten van het ouder worden.
In de omhelzing met haar kleinzoon wordt ze een kort moment de oma die op de drempel staat van een nieuwe levensfase en waarvoor ze ook wel een klein beetje bang is. Denk ik. Of is dit projectie? 

Ze krijgt na het journaal haar eigen journaal. 

Wat ik onthoud uit de vele complimenten en raadgevingen zijn de woorden van Jan Peumans, een oude rot in het ‘pensioenvak’. Hij geeft haar de boodschap mee om te zoeken naar wat ze als kind of als jonge vrouw altijd had willen doen en dit nu op te pakken. En ik denk: ‘Hoe mooi! Hij maakt voor haar de circulaire beweging.’ Geen boodschap van: je zult in de toekomst dit of dat … wel: kijk naar het verleden, neem op wat je hebt laten liggen en maak er iets van. 

Dat is pas hoopgevend! 

Als we in een nieuwe levensfase komen hebben we de neiging op zoek te gaan naar wat we in deze periode kunnen doen. Terwijl het minstens even belangrijk is om te voelen wie we willen zijn. Doen is eerder gericht op uitwendige dingen. Zijn duidt op verbinding met je binnenkant.
Wie was ik ooit? Hoe ben ik geworden tot wie ik nu ben? Wie wil ik nu en in de komende tijd zijn?

Het antwoord op die vragen brengt je niet alleen in contact met je kracht, ze creëert automatisch de bodem voor nieuwe verhalen. In die nieuwe verhalen speelt ‘doen’ natuurlijk een rol, het doen kan pas als zinvol ervaren worden als het gebeurt vanuit je ‘zijn’. 

Voorgaande levensfasen verliepen eerder automatisch: je rolt van het ene in het andere, er is activiteit in overvloed, tijd bestaat wel maar je voelt ze niet want allerlei noodzakelijke handelingen staan in de weg. Je koerst rechtdoor.
De fase waarin je ophoudt met werken is anders. Voor het eerst sedert lang vallen heel veel dingen weg. Je merkt: er is tijd. Dit kan bedreigend zijn, zeker als je nooit eerder de tijd had. Verdwaasd sta je stil en je weet jezelf geen houding te geven. Weerstaan aan de verleiding om je agenda zo druk mogelijk te maken vereist moed. De moed van het stilstaan. 

Maar. 

Hoe heerlijk is het niet om nu te kunnen zeggen: ‘Ik heb tijd.’ Het vertraagt letterlijk je ademhaling in tegenstelling tot het zinnetje waar je eerder mee vertrouwd was: ‘Druk, druk, druk.’

‘Ik heb tijd.’
Lees dit eens luidop (en lees het heel traag met pauze tussen de woorden): ‘Ik heb tijd’ en voel hoe dat voelt.
Deugddoend toch? Doe het nog eens. 

Ach Martine, ook ik zal je missen. Ik gun je dagen vol tijd, met volop zijn- en zin momenten, met veel witte wijntjes bij het journaal en met liefde en warmte in je hart voor jezelf en al wie jou omringt. 

Ik eindig met de woorden van Marc Van Ranst die over haar schrijft: ‘Tijdloze elegantie’. Deze uitspraak houdt zowel verleden, heden als toekomst in. Circulair dus. 

Warme groet,

Chantal

2 december 2020

foto inzet: Pixabay

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s